Menu Sluiten

Oefening 'stilstaan bij je psychologische basisbehoeften'

Het boek Werken vanuit je kern (4e druk) is een inspirerend en praktisch boek met 78 oefeningen en activiteiten voor persoonlijk gebruik, voor gebruik in individuele coaching of voor professionele groei in groepssettings.

Hieronder staat een enigszins aangepaste versie van oefening 29, die erop gericht is je te helpen stil te staan bij de vervulling van de drie psychologische basisbehoeften (competentie, autonomie en verbondenheid). Onder de oefening staat een stukje theorie.

Vul het volgende vragenlijstje in, eerst met betrekking tot een lastige werk- of leersituatie en daarna met in gedachten een hele positieve werk- of leerervaring.
Wat is het verschil? Wat is het effect op jou als alle drie de basisbehoeften helemaal vervuld zijn?

Beantwoord de vragen door de passende score te omcirkelen.
Als voor jou een uitspraak helemaal niet waar is, scoor je een 1.
Scoor als antwoord 5 wanneer een uitspraak heel erg waar is voor je.

In deze situatie voel ik….. 1 = helemaal niet,

5 = heel erg

 

1. … dat ik mijn kwaliteiten succesvol inzet.     1 – 2 – 3 – 4 – 5
2. … een band met mensen     1 – 2 – 3 – 4 – 5
3. … dat mijn keuzes zijn gebaseerd op mijn echte interesses en waarden     1 – 2 – 3 – 4 – 5
4. … dat het me lukt moeilijke dingen goed te doen     1 – 2 – 3 – 4 – 5
5. … een goede relatie met anderen     1 – 2 – 3 – 4 – 5
6. … me vrij om dingen vanuit mijn visie te doen     1 – 2 – 3 – 4 – 5
7. … dat ik uitdagingen uitstekend doorsta en tot een goed einde breng     1 – 2 – 3 – 4 – 5
8. … dat ik ruimte heb om beslissingen te nemen die helemaal bij mij passen     1 – 2 – 3 – 4 – 5
9. … me competent in wat ik doe     1 – 2 – 3 – 4 – 5
10. … me verbonden met anderen     1 – 2 – 3 – 4 – 5
11. … dat mijn idealen tot hun recht komen     1 – 2 – 3 – 4 – 5
12. … dat anderen mij aardig vinden     1 – 2 – 3 – 4 – 5
13. … dat mijn beslissingen een uitdrukking zijn van wie ik ben     1 – 2 – 3 – 4 – 5

Tel de scores van de volgende vragen bij elkaar op (hoe hoger je score, des te meer vervulling van de behoefte):

1, 4, 7, 9 =….. Dit is je score voor competentie. Een score boven de 15 wijst op een goede vervulling van deze behoefte

2, 5, 10, 12 = ….    Dit is je score voor verbondenheid. Een score boven de 15 wijst op een goede vervulling van deze behoefte.

3, 6, 8, 11, 13 = ….    Dit is je score voor autonomie. Een score boven de 19 wijst op een goede vervulling van deze behoefte.

(Het vragenlijstje is ontwikkeld door Evelein, 2005).

Een beetje theorie

De Self-Determination Theory

Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw neemt de Self-Determination Theory (SDT) een belangrijke plaats in de theorievorming over menselijke motivatie (Deci & Ryan, 2000, 2002; Ryan & Deci, 2000b, 2002). De SDT biedt een samenhangend kader dat beschrijft wat mensen psychologisch gezond maakt, een kader dat raakvlakken heeft met verschillende andere gebieden van de psychologie. In de Self-Determination Theory wordt uitgegaan van drie psychologische basisbehoeften, namelijk de behoefte aan competentie, autonomie en verbondenheid. De vervulling van deze psychologische basisbehoeften wordt in verband gebracht met intrinsieke motivatie, het ervaren van welzijn, optimaal functioneren, zelfvertrouwen, betrokkenheid, psychologische groei en vitaliteit (Deci & Ryan, 2000, 2002).

Als er omgevingsfactoren zijn waardoor de drie psychologische basisbehoeften vervuld worden, is dat bevorderlijk voor de voortgaande psychologische groei van een persoon (Deci & Ryan, 2000, p. 229). Organisaties waarin het lukt om bij de meeste werknemers de drie genoemde basisbehoeften te vervullen, draaien daarom vaak heel goed (Deci, Ryan, Gagné, Leone, Usunov & Kornazheva, 2001; Sheldon & Bettencourt, 2002).

De gevolgen van onderdrukking van de drie psychologische basisbehoeften worden uitgewerkt in hoofdstuk 6 van het boek Werken vanuit je kern, in het kader van het thema omgaan met belemmeringen.

Competentie

De benadering van het begrip competentie binnen de SDT is gebaseerd op het werk van White (1959, in Elliot, McGregor & Trash, 2002, p. 361), die stelt dat organismen geboren worden met de drang om invloed te hebben op en beheersing uit te oefenen over hun omgeving. De behoefte aan competentie is niet het verlangen naar het beschikken over concrete vaardigheden, maar veel meer een verlangen naar het ervaren van vertrouwen in de effectiviteit van het eigen handelen (Ryan & Deci, 2002, p. 7). Het ervaren van competentie verwijst dus naar het gevoel effectief te zijn, capaciteiten te kunnen inzetten en deze te ervaren in de interactie met de sociale omgeving (Deci, 1975; Ryan & Deci, 2002).

Autonomie

Autonomie is het verlangen om ervaringen en gedrag zelf te organiseren en om activiteiten uit te voeren die overeenstemmen met het eigen zelfbesef (Deci & Ryan, 2000, p. 231; Ryan, Kuhl & Deci, 1997; Sheldon & Elliot, 1999). Autonomie verwijst daarom naar de behoefte om het authentieke zelf ('de kern') te ervaren als de bron van het eigen handelen (Ryan, 1995; Ryan & Deci, 2002; Skinner & Edge, 2002, p. 298). Centraal bij het ervaren van autonomie staat dan ook de eigen wil, het maken van duidelijke keuzes vanuit het bewustzijn van de eigen waarden en het nemen van verantwoordelijkheid voor de eigen keuzes en het eigen gedrag (Hodgins, Koestner & Duncan, 1996).

De SDT benadrukt dat hoe groter iemands autonomie is, des te meer die persoon handelt in overeenstemming met de eigen waarden, behoeften en intenties. Dit in plaats van te reageren op andere krachten, of deze nu van binnenuit de persoon komen (zoals driften) of van buitenaf werkzaam zijn (sociale druk) (Ryan et al., 1997, p. 702). Een autonoom persoon neigt volgens de SDT naar het ontwikkelen van een grote mate van eigen initiatief en zoekt activiteiten die interessant en uitdagend zijn (Deci & Ryan, 2000; Ryan & Deci, 2001; Sheldon et al., 2001).

Verbondenheid

De behoefte aan verbondenheid verwijst naar het streven om een positieve relatie met en betrokkenheid op anderen te ervaren. Verbondenheid is het gevoel van een persoon dat hij om anderen geeft, dat anderen om hem geven en dat hij bij andere personen of een gemeenschap behoort (Baumeister & Leary, 1995; Ryan, 1995; Ryan & Deci, 2002). De behoefte aan verbondenheid wordt meer vervuld naarmate mensen meer als betrouwbaar, ondersteunend, vriendelijk en ongevaarlijk worden ervaren en naarmate er duurzame contacten met mensen onderhouden worden (Epstein, 1998a, 1998b; Ryan, Sheldon, Kasser & Deci, 1996, p. 17). Ook het streven naar diepe, affectieve en liefderijke relaties gebaseerd op wederkerigheid, is een uitdrukking van deze behoefte.

De relatie tussen de drie basisbehoeften

De drie basisbehoeften zijn in hun werking niet tegengesteld aan elkaar, maar lijken elkaar eerder te versterken. Omgekeerd is het zo dat als één van de basisbehoeften onder druk staat, ook de vervulling van de andere basisbehoeften afneemt (Deci & Ryan, 2002).

Het boek

Titel: Werken vanuit je kern: Professionele ontwikkeling vanuit kwaliteiten, flow en inspiratie (4e druk)
Auteurs: Frits Evelein & Fred Korthagen
Uitgever: Boom
ISBN 978 90 244 1868 8

Het boek omvat 214 pagina's en een cd-rom met materialen. Deze materialen kunnen ook hier gedownload worden. 

Meer informatie over het boek

HET BOEK BESTELLEN
Fred Korthagen en Frits Evelein